Klassieke dystopische roman uit 1968 (bekroond met de Hugo Award 1969 voor beste SF-roman). In een kolossaal verhaal met diverse verhaallijnen onthult John Brunner (1934-1995) hoe de wereld er in 2010 uit zou kunnen zien. Een aantal ontwikkelingen heeft hij goed voorspeld. De roman puilt uit van fenomenen die een klik van herkenning geven: plastische chirurgie, transseksualiteit, elektrische auto’s, genetische manipulatie, schending van privacy, aanslagen. De wereld die Brunner ons voorhoudt, is angstaanjagend: overbevolkt, vervuild en corrupt. Individuele vrijheid is zo goed als uitgeroeid en bedrijven en staten bedenken doortrapte strategieën om hun macht te vergroten. Twee mannen (een blanke spion en een zwarte bedrijfsdirecteur) worden meegezogen in deze internationale intriges en proberen zichzelf en de wereld van de ondergang te redden. Net als Orwell’s ‘1984’ houdt deze klassieke 'toekomstroman' ons een verontrustende spiegel voor. Literair gezien is interessant door de experimentele structuur, die is beïnvloed door de befaamde USA-cyclus van de Amerikaanse schrijver John Dos Passos (1896-1970). Een van de vier* door L.J. Veen Klassiek opnieuw uitgebrachte dystopische klassiekers gekozen door en met een toelichting van Auke Hulst. Verberg tekst