Na een uiterst weerbarstige proloog, als het ware de letterlijke verbeelding van een boze droom, ontvouwt deze roman een verhaal over trauma's en een leven als nachtmerrie en verschrikking. Het relaas wordt terugblikkend verteld door een oude man, die zijn leven in een of ander instelling slijt. De oude man heeft een nogal kinderlijke manier van denken, waarin kapitein Nemo de rol van weldoener krijgt toebedeeld. Hij verschijnt te pas (en soms te onpas) en geeft goede adviezen. Het gaat over twee jongetjes in een dorp in het noorden van Zweden in het van Enquist bekende zwaar christelijk milieu. Als baby worden de jongens in het ziekenhuis verwisseld en aan de verkeerde moeder meegegeven. Op hun zesde levensjaar worden zij weer omgeruild. Deze 'heromwisseling' naar hun echte familie betekent voor beiden een onherstelbare wond, die steeds weer opengaat. Dit houdt ook verband met een ander misplaatst kind: het pleegzusje van Johannes, waar beiden verliefd op raken. Zij raakt zwanger, wordt verbannen en bevalt in het bijzijn van de verteller. Het leven van de jongens is een bizarre aaneenschakeling van verschrikkingen. Maar er zijn meer bizarre gebeurtenissen: naast een haast oneindige reeks van doden is er de moeder die na twee hersenbloedingen een paard wordt en het meisje dat een vis baart... Johannes slijt zijn levenseinde teruggetrokken in de bibliotheek van de Nautilus, de bekende onderzeeër van kapitein Nemo. Hier schrijft hij aan zijn memoires en hier zoekt hem de fantasierijke verteller op.

Deze boeiende nieuwe geschiedenis van Enquist is zowel (literatuur)historisch als eigentijds. Het godsdienstig beklemmende milieu komt opnieuw sterk na voren: de dood speelt een hoofdrol en elke voorganger sluit zijn gebed af met de zin 'Omwille van het bloed, Amen'. Met behulp van inlevingsvermogen, psychologische diepte, de verwijzingen naar (andere) wereldliteratuur en mythisch taal- en beeldgebruik weet Enquist een diepe indruk achter te laten. [Günther Brandorff] Verberg tekst

Pas met de grote historische roman 'Het bezoek van de lijfarts' werd Enquist een veelgelezen en -geprezen auteur. Zijn veel vertaalde oeuvre bereikt nu ook een groot Nederlands publiek. Deze roman is een verhaal over trauma's, over het leven als nachtmerrie en verschrikking. Het relaas wordt terugblikkend door een oude man verteld, die zijn leven in een of andere instelling slijt. Het gaat over twee jongetjes in een dorp in het noorden van Zweden in het van Enquist bekende zwaar christelijke milieu. Als baby worden de jongens in het ziekenhuis verwisseld en aan de verkeerde moeder meegegeven. Op hun zesde levensjaar worden zij weer omgeruild. Deze 'terugomwisseling' naar hun echte familie betekent voor beiden een onherstelbare wond, die steeds weer open breekt. Dit houdt ook verband met een ander misplaatst kind: het pleegzusje van een van hen, op wie beiden verliefd raken. Het leven van de jongens is een bizarre aaneenschakeling van verschrikkingen. Met behulp van inlevingsvermogen, psychologische diepte, verwijzingen naar wereldliteratuur en mythisch taal- en beeldgebruik weet Enquist de lezer diep te raken. Gebonden, kleine druk. Verberg tekst